ColumnKort Proza
Kort proza: Herfst in mijn hoofd
Voor A.H.J. Dautzenberg
Ik breng de lege flessen weg.
Het geluid van brekend glas
doet me denken aan brekend glas,
lang geleden, hoe het brak, het geluid ervan…
Vroeger stond hier de oude school.
Nu staat hier nog steeds de oude school,
maar ouder. Ik ben zelf ook ouder,
maar ik voel me niet ouder, ik voel me…
Nee, ik voel me wel ouder.
Hier, waar ik knikkers at,
waar ik mijn eigen onderbroek
tot aan mijn oksels omhoog trok.
Ik denk aan mijn tijd in de baarmoeder.
Het zijn geen echte herinneringen,
ik ken ze uit de verhalen, van de foto’s…
Dan ineens een haarscherpe herinnering
aan een op het schoolplein aangespoelde potvis
die Nothing Else Matters zingt. ‘So close,
no matter how far…’
Ik hoest nog steeds weleens een knikker op.