ALBUMRECENSIE KLASSIEKVan Baerle TRIO
Het Tripelconcert is soms zwoegen en schmieren, maar niet bij het fijngevoelige Van Baerle ★★★★☆
Wie in de gauwigheid dacht dat de succesvolle Beethovenreeks van het Nederlandse Van Baerle Trio na deel vier klaar was, zal opkijken. Nee, cd vijf, de sluitsteen, bevat geen recent opgeduikeld stuk dat het aantal pianotrio’s van Beethoven – acht stuks, plus nog wat los spul – omhoog krikt. Wel een werk dat je in een kamermuziekserie niet verwacht: het Tripelconcert. Dat vraagt per slot van rekening ook om een orkest. Het cd-boekje spreekt handig van Beethovens ‘rijkst geïnstrumenteerde kamermuziek’ en ja, zo kun je het bekijken.
Dirigent Jan Willem de Vriend spant het Residentie Orkest als een tweede huid rond viool, cello en piano. Met een gelegenheidscombi van dure solisten loopt het Tripelconcert nogal eens uit op zwoegen en schmieren. Niet bij het Van Baerle, die fijngevoelige club. Ook in het Septet, door Beethoven zelf bewerkt, musiceren ze met raffinement. Begin deel 2, Adagio cantabile: hemels.
Van Baerle Trio
Beethoven pianotrio’s, volume 5
★★★★☆
Klassiek
Challenge Classics